Langzaam glijd ik af
steeds dieper in het dal.
Wie is daar en vangt me
zodat ik niet dieper val?
Heel mooi kan ik praten
'het gaat heel goed met mij'.
Maar als ik echt ga voelen
ben ik nog niet zo blij.
Dan ben ik moe
van strijden met de jongens,
terwijl ik zelf zoek naar houvast.
Die combinatie is teveel
en daarvan heb ik last.
De cirkel weer doorbreken
dat is voor iedereen goed.
Een zetje heb ik nodig nu
ben even kwijt hoe dat het moet.
Structuur is weer ver te zoeken,
onrust stapelt op.
Waarom blijft het zich herhalen
en houdt het nooit eens op?
Reactie schrijven